Waterplan
en duurzame ontwikkeling
Inspraaktekst
naar aanleiding van het vaststellen van het concept-Waterplan Arnhem,
juni 2003
Onze stichting heeft met instemming kennis
genomen van het door B&W vastgestelde concept-Waterplan Arnhem. De
ook van overheidswege gestelde noodzaak tot een dergelijk gemeentelijk
plan is al enkele malen aan de orde geweest in de verschillende edities
van de Lokale Duurzaamheidsspiegel en er werd daarom met belangstelling
naar uitgezien. De wijze waarop het nu voorliggende plan vorm heeft gekregen
– zowel naar inhoud gemeten, als voor wat betreft de communicatie
in de aanloop – is naar onze mening een schoolvoorbeeld van hoe
gemeentenota’s tot stand behoren te komen en de betrokken ambtenaren
verdienen wat ons betreft dan ook een compliment.
Water en duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling is een vaak moeizaam proces waarbij door de vele
dwarsverbanden (die stuk voor stuk belangrijk zijn) al snel complexiteit
ontstaat waardoor de neiging opkomt tot beperking en afschotting, met
als gevolg dat betrokken diensten en instanties langs elkaar heen gaan
werken. Water is zo’n onderwerp met vele aspecten. Ze staan met
elkaar in samenhang en beïnvloeden elkaar en moeten dus ook in hun
samenhang bekeken worden wanneer sprake is van de noodzaak tot waterbeheer.
Niet voor niets is ‘water’ een van de zelfstandige criteria
in het jaarlijkse Spiegelonderzoek. Goed water is net als zuivere lucht
en een schone bodem een levensvoorwaarde en de tijd is voorbij dat we
er onnadenkend, laat staan onverschillig, mee kunnen omgaan. Terwijl gebrek
aan water in andere delen van de wereld al tot militaire conflicten heeft
geleid, moet in onze streek een permanent gevecht worden geleverd om de
waterkwaliteit op peil te houden, moet op de ene plek een teveel aan water
worden bestreden en moet op de andere plek verdroging worden tegengegaan.
Tegelijkertijd moet een nog altijd groeiende bevolking de garantie op
voldoende en schoon water worden geboden. Waterbesparing moet worden doorgevoerd,
zonder dat we er knieperig mee omgaan, want water (de nota wijst in dat
verband terecht op de ‘belevingswaarde’ van water) is ook
om in te duiken, op te zeilen en de kinderen in te laten spelen. Kortom,
water is ook om onbelemmerd van te kunnen genieten. En dus is het zaak
om mensen bewust te maken van de waarde van water op een manier die bijdraagt
aan verantwoordelijkheidsgevoel voor de omgeving. In het Waterplan worden
verschillende initiatieven aangedragen om dat streven te realiseren op
een manier die ruim en helder is en waarvan we samen met de opstellers
van het plan van harte hopen dat ze bij de bevolking van Arnhem aanslaan.
Voor de stichting Doca was dat ook de reden om in de verschillende stadia
van de nota ideeën aan te dragen en deel te nemen aan de discussies.
Opzet en richting van het Waterplan
Dat het concept-Waterplan in onze ogen een schoolvoorbeeld is van een
gemeentenota, ligt in de eerste plaats aan de opzet. Gekozen is voor een
opzet met partners, die ondanks soms uiteenlopende belangen, toch tot
een hoge mate van gezamenlijkheid in staat bleken (waterschappen, Rijkswaterstaat,
het drinkwaterbedrijf e.d.). Verder is in een vroeg stadium contact gezocht
met de bevolking (wijkverenigingen, milieugroepen, adviesbureaus, natuurorganisaties)
en was er (belangrijk, maar vaak vergeten) terugkoppeling. Steeds meer
nota’s kennen bij hun totstandkoming tegenwoordig wel een inspraakavond,
maar de burgers die hun schroom overwinnen en hun zegje doen, horen er
vaak niets meer van en lezen achteraf in de krant dat de nota al verschenen
en vastgesteld is.
De richting van het Waterplan is duidelijk. Er wordt beleid uitgezet voor
de middellange termijn met een opstap naar beleid op lange termijn en
daarbij is de (toekomst)visie helder verwoord en komen alle denkbare aspecten
van water aan de orde. Aanbeveling: een redacteur ‘van buiten’
naar de eindtekst laten kijken als schifting van restjes vakjargon: format,
realloceren en waterkansenkaart. Begrippen als ‘ecologische hoofdstructuur’
en ‘waterkwaliteitsspoor’ zouden met een noot onderaan de
pagina verduidelijkt kunnen worden. Niet alle geïnteresseerde lezers
zijn immers vertrouwd met deze begrippen.
Uitvoering Waterplan
Met de inhaalslag die Arnhem met Waterplan en Rioleringsplan maakt, dient
zich de mogelijkheid aan om aspecten van waterbeheer zichtbaar te maken
en op zo’n manier dat dit bijdraagt aan bewustwording van wat water
aan moois en waardevols biedt in een stad (in onze bijdrage van mei 2002
hebben we daar al voorbeelden van gegeven). Aanbeveling: het voorstel
om beken weer naar de oppervlakte te halen koppelen aan zichtbare investeringen
in de wateromgeving. Zowel met het doel om beschadiging te voorkomen als
het scheppen van mogelijkheden voor flora en fauna, zodat de natuur ook
wat meer terugkomt in de stad.
Voorkomen moet worden dat open water verzamelplek wordt van vervuiling
en overlast, want dan is het effect averechts en volgt te zijner tijd
het besluit om de beken maar weer te overwelven. In het Waterplan wordt
het idee geopperd om bewoners beekdelen te laten ‘adopteren’.
Aanbeveling: dit idee maakt alleen kans van slagen wanneer de uitvoering
gekoppeld wordt aan handhavingsbeleid en voortdurende ondersteuning van
de daarbij actieve bewoners. Ook hier dreigt anders een averechts effect
(“we doen het niet meer, want ze maken er een rotzooitje van en
het zijn altijd weer dezelfde paar mensen die hier iedere week de winkelkarretjes
uit het water moeten vissen”).
Vervolg
In het voorliggende Waterplan zijn alleen die onderdelen opgenomen waarover
tussen de waterpartners onderling overeenstemming is bereikt. Aanbeveling:
in de periode tot 2007 (de plantijd) in de vorm van supplementen bereikte
akkoorden op deelgebied presenteren. Het Waterplan blijft er levendig
mee, de betrokkenen blijven geïnformeerd en het blijft zo ook een
onderwerp op de politieke agenda.
In de bijlage van het Waterplan zijn criteria aangegeven aan de hand waarvan
procesbewaking plaats vindt. Aanbeveling: ook hierbij kan het zinnig zijn
om tussentijdse evaluaties en bijsturingen in de vorm van supplementen
te presenteren, bij voorkeur op discussieavonden. Het is een investering
in tijd, maar het is de inzet die noodzakelijk is voor de groei van bewustzijn
en betrokkenheid. Alle supplementen tezamen kunnen in 2007 dan worden
geïntegreerd in een nieuw Waterplan.
Het succes bij de opzet van het Waterplan tot nu toe is naar binnen toe
gelegen in de keuze voor de samenwerkingsvariant tussen de betrokken ‘waterpartners’
en naar buiten toe in openheid, transparantie en het tijdig betrekken
van burgers en bedrijfsleven bij de planning. In dat verband kan gemeld
worden dat Doca onlangs de beoordeling heeft afgerond van het handboek
voor de Wereldspiegel, vanaf 2004 de opvolger van de Lokale Duurzaamheidsspiegel.
‘Ontschotting’ zal in de komende Spiegel-edities een belangrijk
criterium zijn. Het totstandkomen van het Waterplan toont aan dat het
moeizame proces van het doorbreken van gesloten dienstenculturen te realiseren
valt. Aanbeveling: het kan de moeite waard zijn om een evaluatie te maken
van het planproces tussen de ‘waterpartners’ om daarmee de
andere gemeentelijke diensten in Arnhem ten dienste te zijn. Juist aan
de hand van praktijkervaringen kan bij andere sectoren binnen diensten
of bij de communicatie tussen diensten onderling ‘ontschotting’
plaatsvinden, waardoor win-win situaties kunnen ontstaan voor alle betrokkenen.
Overige opmerkingen
De overige opmerkingen die van onze zijde te maken zijn bij het voorliggende
concept-Waterplan zijn na het bovenstaande nog maar beperkt. Een foto
op pag.30 van het plan moet het nut van afkoppeling illustreren. De foto
toont echter een gootje dat regenwater rechtstreeks naar de straat transporteert.
Een foto waarbij regenwater wordt geïnfiltreerd in de bodem of waar
gescheiden riool is aangelegd, zou een betere illustratie zijn.
Arnhem, 6 juni 2003
Ed Bruinvis
Stichting Doca
|